Voor- en nadelen van BTW-plichtige verenigingen

Samenvatting:

Diverse Cuisines hebben te maken gehad met de vraag of zij BTW-plichtig zijn, al dan niet op eigen verzoek of omdat de fiscus dat van hen verlangde. De consequenties van de BTW-plicht zijn lang niet bij alle bestuurders bekend. In veel gevallen is BTW plicht een voordeel.

Hieronder wordt het onderwerp in detail toegelicht. Waar het op neer komt is:

  • Als een Cuisine huurt van een commerciële partij, kan die partij BTW heffen op de huur. Dan is het hoge BTW-tarief van toepassing
  • De Cuisine moet contributie belasten met BTW, maar dit is (voornamelijk; de drank is tegen het hoge tarief belastbaar) tegen het lage tarief (uitspraak Rechtbank ’s-Gravenhage 9 oktober 2008 inzake beroep Les Amis de Cuisine)
  • Alle in rekening gebrachte BTW kan de Cuisine verrekenen: met de huur van het pand en een groot inkoop- respectievelijk investeringsbudget zal de aan de Cuisine in rekening gebrachte BTW al snel substantieel zijn, terwijl de BTW op contributie weer meevalt. Zo is het goed denkbaar dat Cuisines méér BTW terug krijgen dan zij zelf in rekening hebben gebracht.

 

Uitwerking in detail: (het hoge BTW-tarief is inmiddels verhoogd naar 21%)

Kookverenigingen 6% BTW ! – Einde discussie

Sinds 2006 is de Nederlandse vereniging Cuisine Culinair Nederland (CCN) bezig geweest met het ter discussie stellen van het BTW-tarief dat van toepassing is op de activiteiten van de bij haar aangesloten kookverenigingen. Zoals u waarschijnlijk heeft vernomen heeft één van haar leden, de Haagse vereniging Les Amis de Cuisine – met assistentie van CCN – met succes bij de Rechtbank Den Haag geprocedeerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat het 6% van toepassing is.

1. Geen hoger beroep, geen cassatie

De Belastingdienst Den Haag heeft zich neergelegd bij de uitspraak. Er is dus geen hoger beroep ingesteld en ook sprongcassatie is achterwege gebleven. De inspecteur te Den Haag liet weten dat zij het een goede uitspraak vond en zich volledig kon vinden in de uitkomst. Uiteraard kon zij niet garanderen dat haar collega’s van andere belastingeenheden haar mening delen. Iedere inspecteur is bevoegd om in zijn gebied een eigen standpunt in te nemen, mits dit maar niet in strijd is met een eventueel landelijk beleid. Echter, inmiddels heeft ook de afdeling Nijmegen te horen gekregen dat de Belastingdienst aldaar de uitspraak van de Rechtbank Den Haag volgt.

Nu ook de twee oorspronkelijke besluiten van de staatssecretaris omtrent kookverenigingen en social cooking zijn vervallen door een nieuw overkoepelend besluit, en in dat nieuwe besluit deze onderwerpen niet meer worden beschreven, is de kans groot dat de Belastingeenheden in den lande zich zullen laten leiden door de uitspraak van de Rechtbank Den Haag.

Daarmee lijkt nu een einde te zijn gekomen aan de jarenlange onzekerheid.

2. Rechtbank Den Haag: 6% voor contributies, 19% voor drank

Rechtbank Den Haag overwoog het volgende:

4.4 De rechtbank kan het betoog van verweerder [de belastingdienst] dat de prestaties van eiseres niet zijn te kwalificeren als het (louter) verstrekken van voedingsmiddelen als bedoeld in Tabel I, post b 12 niet volgen, nu de bedoelde tariefpost ziet op het verstrekken binnen het kader van het (voor zover van belang) restaurant- en aanverwant bedrijf en die verstrekkingen evenmin zijn te kwalificeren als louter verstrekken. (…) De rechtbank kan verweerder evenmin volgen in zijn betoog dat hetgeen wordt genuttigd slechts een element van het dienstbetoon van eiseres is dat niet zodanig overheerst dat alle andere elementen daaraan ondergeschikt zijn, nu dit in het reguliere restaurantbedrijf niet anders is.

Zoals u wel zult weten geldt het 6% tarief niet voor alcoholhoudende dranken. De inkomsten die uw vereniging daarmee genereert moet u dus afzonderlijk bijhouden. Voor de overige inkomsten die zien op het eten (en het koken), met name dus de contributies, geldt het 6% tarief.

3. Wat moet u doen?

3.1. Verenigingen die volgens de belastingdienst geen ondernemer zijn:

Het ogenschijnlijke nadeel dat, nu geen hoger beroep of cassatie is ingesteld, er geen absolute zekerheid is dat andere Belastingeenheden zich zullen conformeren aan het Haagse standpunt, betekent voor sommige verenigingen ook een voordeel.

Verenigingen die van de inspecteur expliciet te horen hebben gekregen dat zij geen BTW-ondernemer zijn en dus helemaal geen BTW verschuldigd zijn, en voor wie het niet-BTW-ondernemerschap financieel voordelig is, hoeven niets te doen. Zij blijven niet-belastingplichtig voor de BTW zolang er niets gebeurt.

Let op! Het is vaak financieel aantrekkelijker om wel btw belastingplichtig te zijn. Verenigingen die investeren komen voor 19% aftrek in aanmerking, terwijl de opbrengsten belast zijn met 6%. Zij krijgen dan btw terug. Daarbij komt dat voor de huur van het verenigingsetablissement dit ook aantrekkelijk kan zijn: de verhuurder kan nu met btw (die aftrekbaar is bij de vereniging) gaan verhuren, waardoor de btw op zijn investeringen (aanschaf/bouw btw) aftrekbaar wordt. De netto huurprijs kan daardoor in veel gevallen lager worden (wel goed onderhandelen!), omdat de kosten van de verhuurder lager worden!

3.2. Verenigingen die volgens de belastingdienst al 6% mochten hanteren

Verenigingen die al van de Belastingdienst te horen hadden gekregen dat het 6% tarief van toepassing was, hoeven niets te doen. Zij hadden zekerheid en hebben die zekerheid nu helemaal.

3.3. Verenigingen die volgens de belastingdienst 19% moesten hanteren of uit zichzelf hanteerden: Verenigingen die van de Belastingdienst te horen hebben gekregen dat zij het 19% tarief moesten hanteren en ook zo gehandeld hebben, hebben van ons in het verleden al het advies gekregen om bezwaar te maken. Ditzelfde geldt voor verenigingen die uit zichzelf 19% zijn gaan hanteren. Indien het bezwaar al is afgewikkeld of indien zij het bezwaar niet hebben ingediend, valt daar niets meer aan te doen. Het is niet waarschijnlijk dat de belastingdienst alsnog de vereniging in het gelijk wil stellen.

Indien het bezwaar nog niet is afgewikkeld, kan alsnog een beroep worden gedaan op de uitspraak van de rechtbank Den Haag. Naar de toekomst toe kunnen deze verenigingen het 6% gaan hanteren.

3.4. Verenigingen die helemaal niets hebben gedaan:Verenigingen die helemaal niets hebben gedaan wordt in beginsel geadviseerd om zich te melden bij de Belastingdienst en het 6% te hanteren ten aanzien van de inkomsten (met uitzondering van de

alcoholhoudende dranken die tegen 19% belast moeten worden). Zij kunnen er ook voor kiezen om nog steeds niets te doen in de gedachte dat ter discussie gesteld zou kunnen worden of een kookvereniging überhaupt wel als btw belastingplichtige kan worden aangemerkt. Hoewel de kans op succes gering is, is het financiële risico vaak ook gering. Tegenover de verschuldigdheid van de 6% of 19% btw staat immers ook het recht op aftrek van 6% en 19%. Alleen de kosten waarop geen btw drukt en toch in de contributies worden doorberekend, worden dan alsnog in de heffing betrokken.

4. Vragen of hulp nodig?

Voor nadere vragen kunt u contact opnemen met Wilbert Nieuwenhuizen die de procedure voor Les Amis de Cuisine en de CCN heeft gevoerd (w.nieuwenhuizen@btw-adviseurs.nl ).

Voor een kort advies over wat u precies moet doen rekent hij niets. Ligt de zaak toch gecompliceerder of wilt u dat hij de contacten met de Belastingdienst van u overneemt, dan kunt u goede afspraken met hem maken.

Speel op zeker en neem geen risico! Voorkomen is beter dan genezen.

22 januari 2009